De tissues konden van tafel

Maandag 27 Oktober 2008 in categorie Ergernis, Woede of Frustratie

Mijn oude tante Theresia werd afgelopen woensdag dood in haar aanleunappartement gevonden. Op de grond. Zij was gestrand op de leeftijd van 88 jaar.
Het verzorgingshuis waar zij tegenaan leunde belde de contactpersonen. Men kreeg geen gehoor, want alle contactpersonen waren inmiddels zelf ook al dood.
Behalve mijn hoogbejaarde moeder. Die wist niet eens dat ze op de lijst stond. Dat was schrikken, dat was paniek.
En wie gaat mijn oude moeder bellen in geval van paniek? Precies.

Feitelijk had onze tante Theresia niemand meer, althans niet iemand die gemachtigd was om iets te doen. De huisarts heeft haar laten ophalen door de begrafenisonderneming.
Tante ligt sindsdien in een koelcel de verdere ontwikkelingen rustig af te wachten.

Wij hebben een ingewikkelde familie. Een familie vol van oud zeer en verbroken contacten. Tante Theresia is de tweede vrouw van mijn ome Joop. Maar ome Joop is al dertig jaar dood. Hij had drie kinderen uit zijn eerste huwelijk. Mijn neef en mijn twee nichten zijn daardoor haar stiefkinderen, maar zijn nooit door haar als kind erkend. Ze hadden geen contact met haar.

Ik ben ze toch maar eens gaan bellen. Dit resulteerde uiteindelijk in een gezellige reünie in het aanleunwoninkje van tante Theresia. Zo zie je elkaar weer eens na tientallen jaren. Wij kamden de kasten uit naar een testament of toch minstens een bierviltje met instructies. Niets te vinden. Alleen maar een pak gesneden ontbijtkoek en een trommeltje speculaas.
Ik zag ook nog een bril op tafel liggen. De glazen stonden onder een hoek van 45 graden naar achteren.
Pas later besefte ik dat deze bril waarschijnlijk verwrongen was geraakt door haar val op de grond. De dokter zal hem hebben afgedaan en weggelegd.
Van kist tot kaarten nemen zij de hele organisatie van je over.
Wij besloten toch maar de begrafenis te gaan regelen. Geld had ze wel, dus dat was geen probleem. We konden er alleen niet bij, maar dat was van later zorg.
Tante Theresia was een aardige en fatsoenlijke vrouw. Het lot had ons blijkbaar geselecteerd om te zorgen dat zij netjes en stijlvol in de Rooms-katholieke hemel kwam. We wisten zelfs meneer pastoor te strikken om de daarvoor benodigde rituelen op te voeren.

En zo zaten wij diezelfde dag nog bij de begrafenisondernemer. Dat werd uiteindelijk nog een jolige boel. Want wij hielden wel van tante Theresia, maar gingen nauwelijks met haar om. Dat is een vreemde ervaring. Ik vroeg me af hoe verbonden je met iemand moet zijn om verdriet te gaan voelen. Het is blijkbaar een moeilijke grens. Wanneer gaat de dood van iemand je echt raken? Dit zet je toch aan het denken. Vooral omdat wij in 't voorbijgaan in een ander kamertje een jonge man met twee kleine kindertjes zagen zitten. Ik bedoel maar.
Maar bij ons had de uitvaartconsulent al snel in de gaten dat hij niet met diepbedroefde nabestaanden van doen had. Hij betuigde zijn medeleven, maar haalde tevens direct de doos met tissues van tafel. Die waren hier niet nodig, zoveel was duidelijk.

Het is maar goed dat er specialisten zijn die dergelijke dingen professioneel kunnen afwikkelen. Van kist tot kaarten nemen zij de hele organisatie van je over. Ik had het gelukkig nog niet eerder meegemaakt, maar de opluchting bij ons allen was zo groot, dat er op verscheidene beslismomenten ruimte was voor enige hilariteit. Zo zou tante Theresia het ook gewild hebben. En zo niet, dan had ze dat maar moeten opschrijven.

Donderdag gaan we tante Theresia ritueel verbranden. Hopelijk is zij daarmee tevreden. In elk geval heeft zij de resterende familie weer een beetje bij elkaar gebracht.
Volgens mij is dit van meet af aan haar opzet geweest.

Tags: