kloppen

Zaterdag 06 Januari 2007 in categorie Gastcolumns

De helft van de Nederlanders bestaat uit schoolmeesters en juffen. Je hoeft de ingezonden brieven in kranten maar te bekijken of de mails naar weblogs en -sites en ze gaan over foutjes, die de inzenders ontdekten, komma's die verkeerd staan en verhaspelde namen of jaartallen.
Je vraagt je af wat het voor zin heeft om te kijken of iets klopt of niet, maar veel Nederlanders scheppen er kennelijk genoegen in. De andere helft van onze inwoners interesseert het eigenlijk niet, niets lijkt hen te interesseren, dus spelfouten al helemaal niet. Mijn vader was een ware taalkunstenaar, althans dat vond ik als kind. Op zaterdag deed hij wel eens boodschappen, hij ontfermde zich dan over het vlees en soms mocht ik dan mee. Onze slager heette Kanter. De slagzin, die op alle zakjes was gedrukt luidde: Vlees van Kanter is pikanter!
Mijn vader vond dit een fantasieloze slagzin en eens op een mooie zaterdagochtend maakte hij dit in een volle slagerswinkel -vegetarisme was nog voor losers- duidelijk. De slager vroeg hem op verontwaardigde toon wat voor slagzin hij dan wel zou verzinnen. Mijn vader antwoordde zonder omhaal: "Nou... Vlees van Kanter is lantefanter!"
Er viel een doodse stilte en we verlieten de zaak met de runderlappen in de fantasieloze verpakking.
Ik vertelde aan mijn oom Wim, een gereformeerde man met knijpbril, wat er was voorgevallen. Zijn commentaar: "Leuk, maar het klopt niet!"
In de jaren zestig viel het verhaal wat beter onder mijn stonede hippievrienden, maar toen was dan ook de fantasie aan de macht.

De enige keer dat ik zelf een slagzin verzon en instuurde was voor het inmiddels verdwenen limonademerk RAAK. Ik bedacht: Raak is niet mis! wat ik tot op de dag van vandaag een uitstekende en sticky slagzin vind. De winnaar echter werd een meisje uit Schipluiden, waarschijnlijk gereformeerd, met de zin: Drink maar Raak! Lang zo leuk niet als de mijne.
André Hazes kon mooi zingen, maar zijn teksten werden door anderen verzonnen. Eén keer begon hij aan een songtekst : Ik zag haar staan op het perron, ik dacht ik wou dat ik haar kon... luidde de eerste regel en deze werd afgekeurd, want je raadt het al, hij klopte niet! Jammer! Ik hoor André dat zó zingen.