Gedachten over het knopenzakje

Donderdag 03 November 2011 in categorie Overpeinzingen & andere gedachten

In de stroom berichten over de eurocrisis vliegen de miljarden ons om de oren. Miljarden waarvan wij als simpele burgerzielen niet eens wisten dat ze bestonden.
Een jaar geleden werd ons door het nieuwe kabinet nog ingeprent dat het onvermijdelijk was om 18 miljard te bezuinigen. Hetgeen Rutte en zijn maten dan ook nu voortvarend doen.

Anderzijds schijnen wij ineens over een veelvoud van dat bedrag te beschikken om Griekenland en de euro overeind te houden. Het kan allemaal niet op. Laat die zielige 18 miljard dan ook maar zitten, zou ik zeggen. Daarmee kunnen we tenminste fijn onze eigen cultuur- en zorgsector netjes overeind houden.
Maar dat zal ik wel weer helemaal verkeerd zien.

Dus ik doe maar geen moeite meer om het allemaal te begrijpen. Ik trek mij terug op het overzichtelijke, het kleine.
Een knopenzakje bijvoorbeeld.

Iemand zit elke morgen tegen een gigantische berg knopen aan te kijken

Ik had namelijk vorige maand een comfortabele winterjas gekocht. Je weet immers nooit hoe koud het nog kan worden met zo'n eurocrisis. Een kwestie van vooruitdenken.
Er zat heel keurig een zakje bij, met daarin wat extra knopen. Als je dan onverhoopt een knoop verliest, zit je niet meteen in de problemen.
Heel attent.

Dat is het leuke met dit soort kleine dingen: er gaat toch meestal iets groters achter schuil. Want ergens in die kledingfabriek zit een onderknuppel (m/v) de hele dag die geinige zakjes te vullen. Ik hoop alleen dat het geen kind is dat hiervoor aan het werk is gezet. Nee, gewoon de jongste bediende, de zoon van de directeur die helemaal onderaan moet beginnen, de krullenjongen, de stagiair of een thuiswerker. En deze pechvogel zit dan elke ochtend weer tegen een gigantische berg knopen aan te kijken. Ze moeten allemaal in die zakjes. Per twee. Ik zeg: respect!

Een winterjas. Die hadden ze daar in Griekenland ook moeten hebben.
U begrijpt, ik begeef mij nu in een metafoor.
Een winterjas voor barre tijden is niet iets waar je als Griek het eerste aan denkt. Althans, dat beeld heb ik van Griekenland. Ik kom er nooit.
Als dan ook nog eens alle knopen van die winterjas gesprongen zijn, sta je als Griek in de kou.
Ze hadden duidelijk niet vooruitgedacht in het land van meneer Nahdatlooptwellos.
Gelukkig is er redding uit Europa en kunnen ze hun zakjes vullen met onze knopen.
Zodat wij straks in de kou staan.

Ik moet uitkijken met die metaforen. Want ergens bekruipt mij het gevoel dat ik nu uitkom bij de denkbeelden van Henk en Ingrid.
Dus dan moet er iets niet kloppen...

Tags: