prix de rome

Woensdag 16 April 2003 in categorie Politiek & Maatschappij

Gisteren kreeg ik onverwacht Professor Janwillem Schrofer aan de deur. Denkt u nu niet meteen dat ik hier een beetje belangrijk zit te doen, want ik had nog nooit van deze sympathieke geleerde gehoord en ik veronderstelde aanvankelijk dat hij een Jehova-getuige was. Hij bleek echter niet van God gezonden, maar had zich aan mijn adres vervoegd in het kader van de jurering voor de Prix de Rome 2003, categorie Publieke Ruimten. Professor Janwillem Schrofer is namelijk directeur van de Rijksakademie van Beeldende Kunsten. Zo'n man laat je nu eenmaal niet in de publieke ruimte voor je gesloten deur staan.

Eerder die morgen had ik reeds een raadselachtig telefoontje gehad. Na te hebben opgenomen, was ik getuige van een auditieve rondleiding door de kathedraal van Santa Cruz. Ik kreeg het vermoeden dat iemand per abuis zijn mobiele telefoon in werking had gesteld terwijl hij in de kathedraal rondliep. Ik hoorde het verhaal van de gids enkele minuten aan, maar besloot toen op te hangen om de beller niet op kosten te jagen. Ik had namelijk niet direct paraat waar Santa Cruz ook weer lag, maar het leek me ver weg genoeg om een gepeperde telefoonrekening op te leveren.

Het verhaal gaat nog verder terug. Vorige week belde een dame bij mij aan en vroeg mij door de intercom om mijn aandacht. Ook toen was mijn primaire reflex: Jehova getuige! Maar haar eerste zin bevatte niet de woorden 'toekomst', 'leven' en 'redding', dus ik hoorde haar even aan. Zij wilde mij de volgende dag filmen in het kader van de Prix de Rome en de Publieke Ruimten. Ik geef het hier wat knullig door de bocht weer, maar onze intercom is niet zo best, dus méér kon ik er niet van maken. Sorry, professor.

Ik was de volgende dag niet aanwezig, dus de culturele conversatie door de intercom raakte in de vergetelheid. Wél lag er een dag later een grote kleurige ansichtkaart in de brievenbus. En nog wel een hele bijzondere, want hier werd gebruik gemaakt van een techniek die ik sinds mijn kindertijd vrijwel niet meer had gezien. Zo'n foto met plastic ribbeltjes, die, wanneer je hem een beetje draait, een totaal ander plaatje laat zien. Ik heb uren zitten kantelen met die kaart, heerlijk! Enerzijds een foto van mijn torenflat, anderzijds de kathedraal van Santa Cruz. Dat 'anderzijds' weet ik echter pas sinds mijn gesprek met de professor, dus dat is dan toch weer een leerzaam stukje verdieping.

Eigenlijk heb ik zonder het aanvankelijk te weten een bijzonder kunstzinnige week achter de rug. Professor Schrofer wilde van mij vernemen of ik het verband had gelegd tussen het telefoontje en de kaart, welke beide afkomstig waren van de kunstenaar in kwestie. Helaas niet, moet ik tot mijn schande bekennen. Maar ik heb een goed excuus. De artistieke signalen die naar mij zijn uitgezonden waren nu eenmaal bij voorbaat kansloos tegenover ingeprente afweermechanismen die een moderne mens nodig heeft ten overstaan van al die mobieltjes en Jehova's.

Die ellendige Jehova-colporteurs ook! Die hoor je nóóit over kunst! De Evangelieën voorzien daar niet in. Hooguit een beetje besmuikte praat over Jezus en publieke vrouwen, maar niet over Jezus en de publieke ruimte! Bij mijn weten dan, hoor... Maar door hun kwalijke reputatie had ik dus wél bijna een belangrijke delegatie van de Rijksakademie op de overloop laten staan! En dan was de arme kunstenaar, wiens project moest worden beoordeeld, de dupe geweest!

Dus Professor Schrofer, laat die Publieke Ruimtevaarder (m/v) alstublieft maar zo'n Rome-prijsje winnen, al is het maar om mijn gevoel van schromelijk tekortschieten enigszins weg te nemen. Want het was écht een hele leuke kaart, hij staat bij ons op de piano, hij wentelt dagelijks door mijn handen, sinds jaren heb ik mij niet meer zo'n onbevangen homo ludens gevoeld!

Dankzij de kunst is mijn smoezelige torenflat ineens een heuse kathedraal!